De
Voorburgse polder
De Veen- en Binckhorstpolder in verleden en heden
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd in november 2018
Molen 'De Vlieger' in 1900
Wat staat op deze pagina?
Voorburgse
polder?
Rond 1950 bestond het grootste deel van Voorburg
nog uit een eeuwenoud aaneengesloten
veenweidegebied dat zich uitstrekte van een smalle strook woonbebouwing
tussen de Laan van Nieuw Oosteinde en de Machinesloot plus de Staringkade en de Van der Palmstraat, tot aan de toenmalige gemeentegrens met
Leidschendam.
Dit weidegebied werd verder begrensd door de spoorlijn
naar Leiden en door de Broeksloot. Het gebied behoorde tot de Veen- en
Binckhorstpolder, onderdeel van het Hoogheemraadschap
Delfland.
Boerderij De
Loo, in 1963 afgebroken
(Bron: Gemeentearchief Leidschendam-Voorburg)
Het open terrein werd alleen doorsneden door het onbebouwde deel van de Koningin
Julianalaan/Rozenboomlaan en de
Hofpleinspoorlijn naar Den
Haag en Scheveningen. Er was enige verspreide bebouwing langs de
Broeksloot, waaronder de Voorburgse Bad- en Zweminrichting en verder
een bunkercomplex en de
Oosterbegraafplaats, beide gelegen aan de Rodelaan. Afgezien hiervan
bestond de enige
bebouwing in het polderland uit de molen De Vlieger en de boerderij De
Loo (ook wel Het Loo genoemd), welke laatste was gelegen vlakbij de Hofpleinspoorlijn op de
plaats van de vroegere ridderhofstede De Loo. De zwartbonte koeien die
's zomers de Voorburgse weilanden begraasden waren afkomstig van De
Loo en van andere boerderijen in de omgeving.
Dit landschap is in een periode van circa
25 jaar door de
oprukkende verstedelijking geleidelijk verdwenen. Een strook
weidegrond op
de grens met Leidschendam bleef tijdelijk buiten schot als gevolg van
planologische perikelen rond de Verlengde Landscheidingsweg (ook wel
bekend als de Noordelijke Randweg of N14), die de A4
met de
N44 moest verbinden. Inmiddels is deze weg gerealiseerd en is die strook weidegrond ook volgebouwd.
Alleen een klein stukje polderlandschap bij het
tot kinderboerderij omgevormde Essesteijn,
bleef behouden. Dit herinnert eraan hoe dit hele gebied er vroeger heeft uitgezien. De molen ‘De Vlieger’, die op zijn oorspronkelijke
locatie bij de Badhuislaan helemaal ingesloten raakte door hoge gebouwen, is naar dat laatste restje polder verplaatst.
Op oude luchtfoto's is nog te zien hoe de situatie was voor de naoorlogse verstedelijking.
De hele ontwikkeling sinds circa 1815 is te volgen aan de hand van topografische kaarten op de website topotijdreis.nl van het kadaster, zij het dat de jaartallen slechts bij benadering kloppen.
Ligging
De Veen- en Binckhorstpolder omvat een rechthoekig
laagveengebied van circa drie bij vier kilometer dat ligt ingeklemd
tussen twee
oude strandwallen:
een bij het Haagse Bos en een in Voorburg, waarover onder meer de Herenstraat, de Parkweg en het Oost- en Westeinde lopen. De laatstgenoemde strandwal vomde rond 3500 jaar v. Chr. de duinenrij achter de Noordzeekust, die toen ten opzichte van de huidige situatie meer landinwaarts lag. Zie ook het boek over Forum Hadriani van De Jonge et al. (2006).
Deze
strandwallen vormen de lange zijden van de rechthoek. De lengteas van
de polder
loopt dus ongeveer evenwijdig aan de kustlijn van het zuidwesten naar
het
noordoosten. De korte zijden van de rechthoek vallen samen met
structuren
die zijn ontstaan door menselijk ingrijpen: de Trekvliet, een zijkanaal
van de
Vliet richting Den Haag, en de landscheiding tussen Delfland en
Rijnland, gelegen op de voormalige gemeentegrens tussen Voorburg en
Leidschendam.
In de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de
Haagse wijken
Bezuidenhout en Mariahoeve ontpolderd. Ook delen van het gebied tussen
de
Trekvliet en de Utrechtse Baan zijn afgescheiden van de polder. Een en
ander
betekent dat de huidige Veen- en Binckhorstpolder ruwweg wordt begrensd
door de
Haagse Binckhorstlaan en Schenk, de N14 en de Voorburgse Broeksloot.
Kaart van de Veen- en
Binckhorstpolder in 1647 (klik op de afbeelding voor vergrote weergave)
Structuur
Met uitzondering van de afvoertocht van de Vliegermolen naar de Broeksloot, en de in 1872 gegraven Machinesloot inclusief de afvoertocht van het gemaal naar de Broeksloot,
liepen alle belangrijke waterlopen in de lengterichting van de polder. Van het zuidoosten af gerekend achtereenvolgens de:
- Broeksloot
- Binnen- of Middelwatering
- Veenwatering (een eeuwenoude veenstroom waarvan ook het Haagse riviertje de Laak een overblijfsel is)
- Schenk- of Scheij-watering (Schenk)
Tussen de beide strandwallen die de begrenzing van het veengebied vormen, en parallel daaraan, ligt een zandrug. Hierover liep een pad, de 'Oude Veenweg', dat
dateert uit de Karolingische en mogelijk zelfs uit de Romeinse tijd. Het voerde langs de drie op de zandrug verrezen ridderhofsteden, De Binckhorst,
De Werve
en De Loo, en liep over de landscheiding door tot aan
Kasteel Duivenvoorde te Voorschoten. In de vijftiende eeuw werd langs het Voorburgse deel van dit pad een tussendijk aangelegd: de Bovenkade, ook wel aangeduid als Broekkade of Binckhorstkade.
Zoals op bovenstaande kaart staat aangegeven lag deze tussendijk - en dus ook de onderliggende zandrug - ongeveer halverwege tussen de Binnenwatering en de Veenwatering. De Bovenkade deelde de polder in tweeën:
de noordwestelijke 'Veenpolder', die afwaterde op de Schenk, en de zuidoostelijke 'Binckhorstpolder', die afwaterde op de Broeksloot.
Haaks op de bovengenoemde waterlopen en langs de drie ridderhofsteden liepen lange lanen dwars door het veengebied. Van het zuidwesten af gerekend lagen
achtereenvolgens de:
- Binckhorstlaan
- Laan van Nieuw Oosteinde/Oost-Indië (oudere benaming: Wervelaan)
- Loolaan, die liep van de Heerweg (Oosteinde) langs de hofstede De Loo tot aan Huis ten Bosch
Een en ander is duidelijk te zien op de
bovenstaande kaart
van het poldergebied uit 1647, maar deels ook op een oudere kaart uit 1578 en meer gedetailleerd op kaarten uit 1611
en 1639.
Ook op kaarten uit later eeuwen (1712,
1750, 1867 en 1909) is de hierboven beschreven structuur terug te vinden.
Broeksloot ter hoogte van de Westerlookade, richting Rijswijk, eerste helft twintigste
eeuw
Ontstaan
De polder dankt zijn ontstaan aan de ontginning
van het
veenmoeras tussen de beide strandwallen. We noteren in chronologische
volgorde de
volgende
mijlpalen:
- Voor 1200: Op een zandrug midden in
het veen, worden boerderijen ('vroonhoeven') gevestigd van
waaruit geleidelijk de ontginning van het omliggende gebied ter
hand wordt genomen. Deze vestigingen groeien later uit tot de
ridderhofsteden De Binckhorst (thans Den Haag), De Werve en De Loo.
- Circa 1275: Aanleg van de
Ovenzijdwinde (een waterkering, tegenwoordig bekend als 'Sijtwende'),
de latere landscheiding tussen Delfland en Rijnland.
- 1344/1345: Op last van graaf Willem IV
van Holland wordt de Trekvliet gegraven, die Den Haag verbindt met de
Vliet.
- Circa 1400: Turfwinning ten behoeve
van de graaf van Holland op Haags grondgebied (Bezuidenhout); dit
gebied krijgt de naam ‘Heerenveen’.
- 1403: De Schenk(-watering) wordt
gegraven. Deze
ligt op de toenmalige grens van de ambachten van Den Haag en Voorburg
en loopt van de Trekvliet (Haagvliet) tot aan de landscheiding.
- 1446: Bouw van de Veenmolen aan de
Haagvliet.
- 1459: Aanleg van een tussendijk, de
‘Bovenkade’ of ‘Broekkade’ vanaf De
Binckhorst, in de lengterichting van de polder. De polder wordt
hierdoor in tweeën gedeeld: de Binckhorstpolder (Binnenpolder),
gelegen tussen Bovenkade en (de later gegraven) Broeksloot, en de Veenpolder aan de andere
zijde van de Bovenkade. Het deel van de Veenpolder tussen Schenk en
Bovenkade wordt ook wel aangeduid als Boven-Veenpolder.
- 1461: Bouw van de Binckhorstmolen aan
de Haagse Vaart, nabij De Binckhorst.
- Voor 1560: Aanleg van de Broeksloot.
- 1621: Bouw molen De Vlieger (gelegen
ter hoogte van de huidige Badhuislaan) die het overtollige water vanaf
de Binnenwatering naar de Broeksloot moest afvoeren.
- 1654: Nieuwe Veenmolen aan de Schenk
(gelegen ter hoogte van de huidige Carel Reinierskade in Den Haag) in
bedrijf.
- 1872: Bouw stoomgemaal aan de Van Woudekade en aanleg Machinesloot voor de toevoer naar het gemaal.
- 1942: Elektrificatie van het gemaal.
De Binckhorst in 1895
Huidige
situatie
Het Voorburgse veenweidelandschap is,
behoudens de
omgeving
van de kinderboerderij Essesteijn, helemaal verdwenen. Landschappelijk
gezien
bestaat de polder dus niet meer. De waterbeheersingsfunctie van de
Veen- en
Binckhorstpolder is echter gebleven en nog steeds zorgt het gemaal aan
de Van
Woudekade ervoor dat de Voorburgers droge voeten houden. Het
oorspronkelijke
stelsel van waterlopen is grotendeels bewaard gebleven en goed
herkenbaar.
Hetzelfde geldt voor enkele andere elementen van de oorspronkelijke
structuur.
De onderstaande drie pagina's
brengen de huidige
toestand in
beeld:
Links
Literatuur
- Gouw, J.L van der (1987), De
landscheidingen tussen Delfland, Rijnland en Schieland,
Verloren, Hilversum
- Harms, Martin J. (2004), Hoe Voorburg veranderde
1945-2000,
Aprilis, Zaltbommel
- Historische Vereniging Voorburg (1996),
Themanummer over
molen ‘De Vlieger’, Historisch Voorburg,
Jaargang 2, nummer 3
- Historische Vereniging Voorburg (2003),
Boerderijen in Voorburg, Historisch Voorburg,
Jaargang 9, nummer 2
- Historische Vereniging Voorburg (2008),
Watermanagement door de eeuwen heen, met voorbeelden uit West-Nederland en Voorburg, Historisch Voorburg,
Jaargang 14, nummer 1
- Historische Vereniging Voorburg (2009),
De Canon van Leidschendam-Voorburg, besproken in 20 tijdsperioden, Historisch Voorburg,
Jaargang 15, nummer 1
- Jonge, W. de, J. Bazelmans en D.H. de Jager (2006), Forum Hadriani. Van Romeinse stad tot monument, Uitgeverij Matrijs, Utrecht
- Krocht, M.R. van der, C.L. van der Leer en J.H.M.
van der
Zon (2000), Kadastrale Atlas Zuid-Holland
1832, deel 11 Voorburg, Stichting Kadastrale Atlas Zuid-Holland /
Historische Vereniging Voorburg, Voorburg
- Leer, Kees van der (2001), Historische
wandelingen in Voorburg en omgeving, Waanders
Uitgevers, Zwolle
- Leer, C.L. van der (2004), Van boven bekeken:
Voorburg 1924
– 2001, V + W Collectieve, Hoogeveen